Je bent niks zonder de ander
Bij de hoofdingang van het Ewoud en Elisabeth Gasthuis in Wijk bij Duurstede ontmoeten we Renate. Voor haar voelt dit gesprek als een thuiswedstrijd. Ze woont met haar gezin in Wijk en start binnenkort op deze locatie als praktijkopleider. Dat ze hier nu terechtkomt, is niet vanzelfsprekend. Ze werkte en woonde op veel plekken binnen het werkgebied van Quarijn. Ze groeide op in Doorn, verhuisde met de afdeling Somatiek mee naar Beatrix, woonde in Leersum en verbleef ook in Veenendaal, Elst (utr) en Ede. Alleen Bunnik ontbreekt nog op haar bingokaart, zegt ze lachend.
Taart viel op de grond
In het restaurant, naast het biljart, vertelt Renate enthousiast over haar loopbaan. De liefde voor de zorg ontstond al vroeg. Als vijftienjarig meisje hielp ze mee tijdens dagjes uit met mensen in een rolstoel. Ze herinnert zich nog goed hoe ze een oudere man moest helpen met eten. Dat ging niet meteen goed. Ik liet die meneer aanmodderen, de taart viel op de grond. Ik wilde weglopen, maar deed het niet. “Ik werd goed begeleid. Ze vroegen of ik het moeilijk vond en of dat klopte. Toen besefte ik hoe belangrijk het is om te leren en te begeleiden. Ze lieten zien hoe het moest en daarna mocht ik het weer proberen. Drie jaar lang ben ik met dezelfde meneer meegegaan op uitstapjes.”
Meer dan billen wassen
Die ervaring legde de basis voor wat Renate nog altijd drijft, kennis doorgeven aan anderen. “Ik vertel graag hoe iets gaat, waarom je iets doet en op welke manier. Nieuwe collega’s werden vaak aan mij gekoppeld. Het is mooi om mensen te zien groeien.” Ze begon als verzorgende en werkbegeleider, volgde daarna de opleiding tot verpleegkundige en gaat nu aan de slag als praktijkopleider. “Ik krijg ook de kans om daar een opleiding voor te volgen. Wat ik in al die jaren vooral heb geleerd? Je bent niks zonder de ander. Of je nu verzorgende, vrijwilliger of verpleegkundige bent, het maakt niet uit. Je doet het samen.”
Renate weet goed hoe het voelt om zelf leerling te zijn. “Je staat meteen aan het bed. De eerste keer, al die geuren, dat is wennen. De zorg heeft een imago van billen wassen en dat klopt deels, maar er is zoveel meer. Je hebt contact met mensen en je bent er voor iemand. Soms wil iemand zijn verhaal kwijt of de overpeinzingen over het leven kwijt. Je hoeft niet altijd een antwoord te hebben, luisteren is vaak genoeg.”
Praten over Koningsdag
Tijdens haar zorgtaken ontstaan de mooiste gesprekken. “Ik klets niet zomaar. Ik vraag hoe iemand geslapen heeft, wat er op het programma staat of hoe het weer is. Dan komt er vanzelf meer. Als je iemand langer verzorgt, leer je elkaar beter kennen. Dan praat je over vroeger, over Koningsdag of mooie herinneringen. Als je het goed doet, krijg je daar veel waardering voor. Mensen zeggen dat ze je gemist hebben of vragen of jij de volgende keer weer wilt komen. Dat zijn de momenten waarop je voelt dat je verschil maakt.”
Met de hoogwerker en brancard naar beneden
Renate vertelt ook over bijzondere situaties die ze meemaakte. “Tijdens een brandoefening bij Beatrix zochten ze een vrijwilliger om te evacueren met een hoogwerker. Ik lag op een brancard en werd via het dak naar beneden gehaald, over een boom heen. Toen ik beneden kwam stond het publiek klaar om te kijken. Dat vergeet ik nooit meer.”
Renate rent
Buiten haar werk blijft Renate graag in beweging. “We hebben een zwaar beroep, dus het is belangrijk om goed voor jezelf te zorgen. Een bed op de juiste hoogte zetten helpt al, maar ik blijf ook fit door te hardlopen. Met collega’s deed ik mee aan de zorgmarathon. We liepen allemaal een stukje en samen haalden we de finish. Dat was een prachtige ervaring.”
Renate straalt als ze over haar werk praat. Thuis in de zorg betekent voor haar niet alleen goed zorgen voor anderen, maar ook blijven leren, groeien en samenwerken. “Je doet het nooit alleen. Dat maakt dit werk zo bijzonder.”